Geboren en getogen op Kaageiland heb ik altijd een haat- liefde affaire met de pont gehad. Nog niet zo lang geleden is deze verhouding veranderd in een stilzwijgende, buitenechtelijke relatie tot de dood ons scheidt.
Het is namelijk hier op de pont waar alles even wegvalt, ik een wereld betreed waar ik rust vind aan de kades. Zo lang ik niet dagelijks en geforceerd met ’m word geconfronteerd, vormt de pont een vrijer die ik er goed bij kan hebben.
Laat ik bij het begin beginnen. Zoals met zoveel verhoudingen begon deze als een nietsvermoedende vriendschap, zo’n twintig jaar geleden. Voor de Kaagse kinderen die naar de basisschool op de Buitenkaag gaan, vormt de oversteek zes keer op een dag het onvermijdelijke ontmoetingspunt. Hier werden - en worden wellicht nog steeds - speelafspraakjes gemaakt, ruzies uitgepraat al dan niet -gevochten en geheimzinnige briefjes van de ene zijde naar de andere gepased.
Jaren later. Het stadium van de briefjes voorbij. De basisschool plaatsgemaakt voor de middelbare in een van de omliggende dorpen op minstens twintig minuten fietsen. Verwaterde de vriendschap.
Zuchtend vertrok ik tien minuten eerder naar de overkant. Sowieso op tijd om bij het groepje klasgenoten dat over de dijk toch ook die kant uit moest, aan te sluiten. De irritatie werd erger met de dagelijkse trip naar Utrecht. ’s Morgens ontbijten in de file voor het veer het eiland af terwijl de pont weerkeerde volgelopen met personeel voor Van Lent. Irritatie trad op en de pont en ik groeiden uit elkaar.
Sinds mijn vertrek van de Kaag is mijn fascinatie voor hem terug. Langzaam maar zeker ben ik gaan begrijpen wat mensen die voor het eerst de Ringvaart oversteken, met het karakteristieke gele veer, daar nu zo bijzonder aan vinden. Ik weet het nu. Er bestaan er maar weinig waarmee je in nog geen minuut tijd samen in zo een eigen wereld kunt belanden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten