Een relatie, daar moet je aan werken, is als
topsport. Vooral een relatie met een topsporter. En het is echt niet zo
romantisch als die voetbalvrouwen doen voorkomen.
(23 augustus, alphen.cc)
Ik kan het weten. Ik
mag mij sinds kort een wielervrouw noemen. Zoiets als een
'golfwidow', een vissers- of soldatenvrouw.
Kortom, mijn vent is af en toe een paar dagen thuis. En niet veel later weer
vertrokken.
De eerste keer toen hij vertrok, wenste ik hem ’veel plezier’. Maar
’werkze’, zo leerde ik al snel, was meer op zijn plaats. Op trainingskamp in de
Alpen, een ronde rijden ergens in Spanje, sponsorverplichtingen en meteen maar
een wedstrijd eraan geknoopt in weetikveelwaar. Het is alsof je je man
uitzwaait uit de haven van Scheveningen. Máár, ík weet zeker dat hij
terugkomt.
Al is het maar voor even. Voor twee uurtjes om precies te
zijn. Waarin hij doodvermoeid in slaap valt op de bank om weer te vertrekken
bij het ontwaken: trainen. Gezellig, hoor, het leven van een topsportvrouw.
Waterpolovrouwen, dit staat jullie dus ook te wachten. Dat de mannen
van AZC professioneel kunnen gaan trainen, negen keer per week, is prachtig.
Goed voor de sport, uitdagend voor de jongens, maar ook zeker bijzonder voor de
‘vrouwen van’. Weinig tijd voor sociale contacten, gefocust op de sport en
pieken op het juiste moment - dat overigens helemaal niets met jou te maken
heeft.
Voor een relatie met een topsporter moeten de dames ook een
beetje prof zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten